Geologie

Geografisch gezien kan Nepal in drieën worden onderverdeeld, namelijk de zuidelijke strook grenzend aan India, de laagvlakte Terai, in het noorden het Himalaya-hooggebergte, en daar tussenin het centrale heuvelgebied ook wel de ‘Hilly region’ genoemd. Nepal kent door haar enorme hoogteverschillen een unieke variëteit aan klimaten en landschappen. Zo heerst er in de laagvlakten (onder de 500 m) een heet en subtropisch klimaat, in de heuvelgebieden is het subtropisch en in de bergen (max. hoogte 8.848 m. / Mount Everest) heerst een alpenklimaat.

138137

Nepal kent niet alleen immense verschillen in hoogte, maar ook de jaarlijkse hoeveelheid neerslag verschilt drastisch per gebied. 80% van de regen valt tijdens de moesson van half juni tot half september. De rest van het jaar is het, op een enkele bui na, droog. Omdat de moessonregens in het oosten het land binnenkomen en langzaam afdrijven in noordwestelijke richting, valt de meeste regen in het oosten van Nepal en is zowel het noorden als het westen aanzienlijk droger. Dit heeft uiteraard ook zijn weerslag op de landbouwopbrengsten, waardoor de boeren in het oosten relatief rijker zijn dan hun landgenoten in het westen. De moesson eist ieder jaar tientallen dodelijke slachtoffers, mede door erosieproblemen in de berggebieden. Door de hevige regenval vinden aardverschuivingen plaats (landslides), die als niets ontziende modderstromen de berghellingen afdenderen en onderweg alles en iedereen meenemen. Iedere zomer is de hoofdverbindingsweg tussen Kathmandu en Pokhara minstens een paar dagen afgesloten voor verkeer door deze aardverschuivingen.

174192